Molen "De Volharding"

Molen “De Volharding” werd in 1850 gebouwd en behoort daarom tot een van de oudste gebouwen van Best. Het was echter niet de enige molen die op dat moment in Best stond. De Vleutse molen (een standerdmolen/korenmolen) en een oliemolen stonden op dat moment ook in Best. Hoewel deze het niet hebben overleefd, heeft Molen de Volharding wel een hoop weten te doorstaan. Zo sloeg in 1884 de bliksem in op de molen met het gevolg, dat deze uitbrandde en alleen de molenromp bleef staan. Gelukkig werden er plannen gemaakt voor de herbouw en herrees de molen weer in volle glorie. Waarschijnlijk vanwege de rampspoed en het nodige doorzettingsvermogen, dat de eigenaren aan de dag moesten leggen om de molen te herbouwen, gaven zij de molen toen de naam “De Volharding”. Sinds 30 november 1983 staat molen “De Volharding” op de Rijksmonumentenlijst. 

Frans den Otter

Molen de Volharding heeft vele eigenaren gekend. Maar Frans den Otter is toch wel een van de meest spraakmakende eigenaren in de geschiedenis van de molen. In de Tweede Wereldoorlog ging alles op de bon en kreeg een molenaar slechts op beperkte schaal olie toegewezen om zijn molen draaiende te houden. Al het graan, dat de boeren verbouwden, was in opdracht van de Duitsers qua hoeveelheid per hectare geregistreerd om zo de verplichte leverantie aan de bezetter veilig te stellen. De boeren zagen echter kans om de verplichte leveranties gedeeltelijk te omzeilen. Het clandestiene graan moest echter wel gemalen worden en daarvoor was extra dieselolie nodig. Deze kon via duistere kanalen gehaald worden vliegveld Welschap. Frans den Otter was niet bang uitgevallen en maalde er clandestien rustig op los, als de kust veilig was.